Onbegrensde mogelijkheden
Jong beginnen met vioolspelen biedt veel voordelen. Het kan al vanaf vier of vijf jaar. De eerste streken worden dan spelenderwijs aangeleerd wanneer je spieren en gewrichten nog niet zijn ‘vastgegroeid’. Hoe ouder je wordt, hoe meer je kunt. En zo groeit zowel je vermogen om door te zetten als de maat van je viool vanzelf mee. Vanaf ongeveer twaalf jaar speel je op een ‘hele viool’, de uiteindelijke volwassen maat. Als starter kun je een viool huren of kopen.
Nico over het fantastische aan viool spelen: “De muzikale mogelijkheden van de viool zijn vrijwel onbegrensd. De viool is meer dan 400 jaar oud en altijd een van de belangrijkste muziekinstrumenten geweest. Techniek en fantasie dagen je uit om de veelkleurige viooltoon op jouw unieke wijze te laten leven. Er is een overvloed aan muziek uit alle tijden en genres; op verschillende niveaus voor diverse bezettingen. Groot of klein orkest, strijkorkest, folk- of popband. In kleinere bezettingen strijkkwintet, kwartet, trio, eventueel gemengd met blaasinstrumenten, viool met piano of gitaar, solo. De viool speelt vaak de hogere melodiepartijen. Je valt dus (bijna) altijd op.”
In het begin is vioolles in groepsverband een prima optie. Het vraagt wel extra studiediscipline, want als je eenmaal achterop raakt, is het bijna onmogelijk de groep nog te volgen. Na enkele jaren heeft elke leerling specifieke aandacht nodig. Dan is een combinatie van individuele lessen en spelen in een orkest / ensemble een ideale combinatie.
“Zelf speel ik al zo lang ik op vioolles zit samen met andere leerlingen. Dat vind ik heel fijn om te doen.”
Verderop lees je meer over hoeveel tijd je per dag moet studeren om goed vooruit te gaan en over kosten. Kijk voor een indruk van het verloop van de lessen bij ‘Vioolspelen in vogelvlucht’.
Leestip: Hugo Pinksterboer, ‘Tipboek viool & altviool’. Dit boek is ook tweedehands en in de bibliotheek te vinden.